zaterdag 31 december 2011

Zoldergeluiden...

"De wind giert door de nacht, gretig, gevoelloos, laat de brievenbus klappertanden. Motregen tikt tegen het raam, roept me zachtjes, spoort me aan vooral niet in slaap te vallen terwijl ik met slaapzanderige ogen kijk hoe grillige slierten maanlicht door de openingen van het gordijn naar binnen vallen."


Teveel fantasie had ik altijd al, dan lag ik weer eens te draaien in bed, met oren wijd open, hoofd onder het dekbed verstopt. Alle geluiden merkte ik op - en was ik genoodzaakt te archiveren - in mijn markante database van overvloedige informatie. Als een zee van details. Een 'dode zee', want 's nachts waren er voornamelijk rare figuren en ideeën rond, in sluiptocht op weg naar je bed, waar jij ligt te denken. Op te letten. Wat is dat allemaal? Wat hoor ik nou of, erger nog, denk ik te zien... te bespeuren daar ergens in de hoek aan het voeteneind.

Het zal niemand verbazen dat ik vroeger nog wel eens last had van nachtmerries. Ja, natuurlijk, zul je misschien denken. Dat hadden we toch allemaal. Hoort erbij, niet? Bij klein zijn. Dat weet je immers nog niks en jaag je jezelf angst aan zonder geldige reden, gevuld met alle indrukken van de voorgaande dag. Nou, ik wou dat het zo simpel was. Nee, de raarste, naarste dromen had ik met ogen open. Volledig bij bewustzijn. Flarden waren het vooral. Gezichten, stemmen, scherpe nagels (Nightmare on Elm Street kijken was met 9 jaar toch niet zo'n succes...) en ga zo maar door. Geef een teveel aan fantasie de schuld, want er is maar weinig wat ik me niet voor kan stellen. 

Dit kan in mijn geval ontzettend handig zijn. Veel moeite hoef ik vaak niet te doen. Muziek, een gesprek, een regel uit een gedicht... vrijwel alles kan ik oppakken en inzetten om iets mee te maken. Maar sommige dingen laat je liever ver achter je. Op veilige afstand. Buiten, aan de goede kant van de gesloten achterdeur. Dingen waar je liever niet te lang over nadenkt, dingen die je niet begrijpt en zelfs kippenvel geven in de zomer. Met dertig graden of meer. Nee, het is maar goed dat jij de sleutel in het slot hebt gedraaid. (nog een reden trouwens waarom ik nooit met deur open wou slapen... het idee dat er iemand - iets-  zou kunnen zijn, je zou kunnen zien slapen, naar je toe zou kunnen komen... nee, bedankt. I'll pass.)


Het klinkt waarschijnlijk belachelijk en, ik moet toegeven, jaren later klinkt het in zelfs mijn oren belachelijk als ik het alleen al denk - maar vroeger hadden wij (dat wil zeggen mijn zus en ik) nog wel eens het idee, nee, het 'gevoel', dat er iets bij ons was. In onze slaapkamer. After lights out. Wachtend. Kijkend. Niets ondernemend, maar gewoon... aanwezig zijn. (zelfs een reden dat ik er op stond om mijn bed aan de 'goede kant' van de muur te houden - dus niet aan de buitenkant. Naast het raam. Waar niks stond. Het leeg was. Ruimte over was voor... afijn.) Het is trouwens iets waar we als kind nooit over hebben gepraat. 

Pas jaren later kwam ik erachter dat ik niet de enige was, dat het niet aan mij lag. Dat zij ook veel nachten wakker heeft gelegen, vechtend om in slaap te komen om dat 'gevoel' te vergeten. Nu, als twee bijna volwaardige volwassenen, hebben we het er wel eens over. Zelden, maar soms. Op van die random momenten. Het is en blijft een vaag gesprek, want er is - natuurlijk - nooit iets gebeurd. Hoe kan het ook anders? Want zulke dingen bestaan toch helemaal niet? Insert a question mark that doesn't want to be a question mark. We bespreken dus geen incidenten zoals in Paranomal Activity, maar 'gewoon' de sfeer. De overtuiging die we, hoe klein, jong, dom en naïef we ook waren, hadden - hoezeer we ons ook verzetten - dat er wel degelijk 'iets' was. Iets wat dus niet helemaal klopte.

Even terug naar het begin; geplaagd door een extra dosis verbeeldingskracht, heb ik vele nachten zwetend onder mijn deken doorgebracht. Te bang om tevoorschijn te komen. Stom eigenlijk, want ik vluchtte niet voor dingen aan de andere kant van het dunne laagje textiel, maar voor de beelden die in onophoudelijk rap tempo en met giftige tanden in mijn hoofd rondspookten. Ik was niet bang in het donker, don't get me wrong. Ik was bang voor dat wat ik niet kon zien. Voor wat zich aandiende in mijn gedachten zodra het licht uitging. Daar heb ik nog steeds last van; alleen met griezelfilms in plaats van slapengaan. Zo kijk ik standaard weg als ik 'weet' dat er iets engs gaat gebeuren, hoewel ik best weet dat ik het daarmee alleen nog maar erger maar omdat wat ik zelf verzin - in beeld in geluid, in dolby surround sound and extreme high definition - veel en veel enger is. And that's putting it mildly.



3 opmerkingen:

  1. Granted, het heeft even geduurd, maar ik was druk bezig als new working girl..

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Lijkt herkenbaar, maar dan een softe weergave. Maar goed, dat je de "echte" dingen niet hebt vermeld!

    BeantwoordenVerwijderen