Na zes uur tussen de wolken, kwamen we aan in Egypte. Toen ik vanaf mijn window seat naar beneden keek, zag ik alleen een grote verzameling lantaarnpaallichtjes in een groot, zwart niks. "Net vuurvliegjes," dacht ik nog. Het was nog maar 8 uur, maar kennelijk was het hier al ruimschoots nachtweer. (wel apart, want ik had juist verwacht dat het hier langer licht zou blijven i.p.v. andersom.) Met een laatste Wilhelmina pepermunt op mijn tong, bereidde ik me voor op de landing. Die verliep soepel en zonder knetter-oren. We waren het vliegtuig nauwelijks uit of de exotische warmte viel ons al als een klam washandje in het gezicht. Ik keek om me heen; jasjes en sjaaltjes gingen direct uit/af.
De aankomsthal was klein en leeg. Wij waren overduidelijk het enige aanwezige reisgezelschap, wat de visum-acquisitie erg gemakkelijk maakte. Beter nog: de man van de paspoortcontrole wist ons te vertellen dat hij op de hoogte was van onze 'missing luggage' situatie. Hij gebaarde naar een man in uniform die ons al op scheen te wachten. Met een milde lach op zijn gezicht, nam hij ons in ontvangst. (ik voelde me door al die speciale aandacht bijna een celebrity) En toen kwam het leukste stukje; we mochten van een plastic plakaat een lijkenis van onze koffer uitzoeken. Klinkt misschien knullig, maar, geloof me, op dat moment was het aardig crime scene achtig. Uitgebreid werd ingegaan op de stof dan wel de vorm van de koffer - of er een label dan wel knuffel aan vast zat. Geweldig. Anyway, met een blauw vloei-formuliertje op zak, stapten we de bus in. Koel was het daar! Heerlijk. Airconditioning ten top, zou ik zeggen. Renate en ik lieten ons beiden opgelucht in een stoel vallen. "Goedenavond, lieve mensen!" schalde het opeens door de speakers. "Dames en heren, welkom in mijn mooie land. Welkom in Egypte." Daar was hij dan, de reality-check; we waren hier echt. We fucking made it! Het kleine, ronde mannetje stelde zich voor als Mohammed. (ja, hij gaf het zelf toe - ze hebben daar maar 3 namen) en doopte ons met brede grijns en drukke gebaren om als reisgroep 'Smiley Smiley'. (een naam die ons gedurende ons verblijf nog vaak lachstuipen op het lijf zou jagen) In vloeiend Nederlands lichtte hij de dag-tot-dag schema's van de vakantie toe. Al na twee minuten hingen we aan zijn lippen en voelden we ons als jonge, enthousiaste kindjes die voor het eerst op schoolreis waren.
Het grappige was dat zelfs onder het eten allerlei mensen bij ons kwamen om hun steun te betuigen inzake het 'koffer drama'. Vreemden waren het eigenlijk, maar stuk voor stuk boden ze ons hun hulp aan. Een paar onderbroeken hier, een tube tandpasta daar. Aan het einde van onze rijst schotel hadden we zelfs een hele outfit bij elkaar geritseld. (roze shirtje + jeansrokje) Echt, ik was ontroerd. En dan zeuren ze altijd maar over de mij-mij-mij mentaliteit van tegenwoordig. Ik heb een witte sloggi gedragen die het tegendeel bewijst. Dus.
Zie boven: the proof of kindness ;)


SMILEY SMILEY! <3 geweldig.
BeantwoordenVerwijderenaardige mede passagiers... :B al weet ik niet of ik zo'n leen onderbroek aan had gedaan ahahahah.
Ska x
Ach ja, het waren gelukkig hele aardige meiden. Wel mazzel voor ons, hoor; op de eerste avond hadden we al vrienden gemaakt. (wie weet hoe verpieterd we er anders uit hadden gezien na drie dagen! hahaha!)
BeantwoordenVerwijderen