woensdag 30 november 2011

Vandaag is... Oranje

Als freelance journalist krijg ik regelmatig bijzondere opdrachten. Maar... prinses Máxima krijg je niet elke dag op bezoek. Toen de vrolijk lachende dame in kwestie dan ook voor me stond, was het wel eventjes een double take moment. 

Waar: Zuidhorn, Groningen. Wanneer: 29 november. Gelegenheid? De opening van Zonnehuis Oostergast - de woon/zorg/welzijn-wijk waar ik inmiddels met mijn ogen dicht de weg weet, aangezien ik er tijdens mijn afstudeerstage heb gewerkt. Het zal niemand verbazen als ik zeg dat het een veelbewogen en natuurlijk spannende dag is geweest!


Ze was zoals we haar allemaal van ver weg kennen: met dansend haar, een open blik, levendige opmerkingen en enthousiaste gebaren. Geen wonder dus dat het publiek dat massaal was afgereisd niks meer meekreeg van de kou, regen en gure wind. Binnen een halve kilometer van Máxima kwamen gelijk de fotocamera's, knuffels etc. tevoorschijn en werden verkleumde handen en rode wangen spontaan vergeten. 


De Zuidhorn jeugd komt die dag met dikke verhalen thuis. Een groepje jochies van een jaar of twaalf komt er ineens aancrossen op hun mountainbikes. Ze gooien hun fietsen in een ruk opzij, de berm in, en dringen zich door de mensenmassa naar voren. Ze hebben geluk: net op dat moment komt Máxima de deur uitlopen. Ze ziet hen, bijna kwispelstaartend, staan, schudt hen allen de hand en lacht heel hartelijk: "Ja, ik ben hier speciaal voor jullie, hè?" Met een brede lach steekt ze haar duim omhoog, ze zwaaien haar uit en gebaren terug, springen dan opgetogen op en neer om de foto's die ze net met hun mobieltjes hebben gemaakt met elkaar te vergelijken. De buit is binnen.


Ik: "Hebben jullie net de prinses gezien?"
Meisjes: "Jaaaaaa!"
Ik: "En hoe zag ze eruit?"
Meisjes: "Heel mooooi!"
Het is even stil.
Verkleed meisje: "Wel erg jammer dat ze haar kroontje niet had meegenomen."


Máxima: "Meneer, u hebt koude handen."
Ze klinkt bezorgd en wrijft voorzichtig over zijn vingers, hij lacht.

 Het levende schaakspel, wat de openingsceremonie is, wordt nadien door de prinses als 'heel erg origineel' beschreven.  


Gelukkig bleken de security guards die overal door de wijk verspreid stonden al gauw overbodig. Een grappenmaker in het publiek vroeg nog wel of het mogelijk was om een 'klein kusje' te krijgen, waarop Máxima gevat antwoordde: "nou, laten we dat maar niet doen". Ze zal het gewend zijn, al die aandacht. Al die camera's en mensen om haar heen. Toch bleef ze lachen - en vooral luisteren. Op een natuurlijke manier, vol overgave en interesse. Want ze speelt geen rol; ze is écht zo meegaand: 100% sympathiek. "Wat een geweldige vrouw is het toch," riep een toeschouwster tegen haar buurvrouw. "Ze heeft zo'n warme persoonlijkheid, ongelofelijk."

Ik had het zelf niet beter kunnen zeggen. 



zondag 20 november 2011

Om middernacht


 Buiten was het stil. Al zo lang dat ik me afvroeg hoe laat het nou eigenlijk was. Zou iedereen inmiddels binnen zijn, rond de eettafel verzameld? De halflege (en half warme- het zal ook weer niet..) kop thee naast me was het bewijs dat ik al uren niet meer op de klok had gekeken. Dat ik weer eens diep in de auto-pilot stand was gegleden. Ik keek op van mijn beeldscherm, het raam uit, en zag dat er ineens een dikke laag nevel in de lucht hing. Alles was gehuld in wit/grijs - bomen en lantaarnpalen doemden onheilspellend op uit de winterse massa. Het leek griezelig, maar mooi tegelijk. Ik besloot gelijk om mijn bureaustoel te verlaten, mijn camera te grijpen en het grimmige weer vast te leggen. Een keer wat anders dan die kleurige macro foto's toch?

Bovendien was ik ervan overtuigd dat een 'nachtelijke' wandeling (ja, tegenwoordig is het om 5 uur al pikkedonker buiten) mijn creativiteit goed zou doen. Van een mysterieuze omgeving krijg ik doorgaans goede ideeën. Aangezien ik as we speak bezig ben met een mythologisch drama (inderdaad, een nieuw genre), was ik niet van plan deze kans af te slaan. Anyway, ik heb een tijdje rondgelopen - rondgedoold, beter gezegd. Door de wijk, de bekende straten... maar, je raadt het al, al gauw voelde ik me aangetrokken tot de kleine zij-weggetjes. Uiteindelijk kwam ik uit bij de begraafplaats. De mist was intussen verdampt. Nu was het alleen nog maar donker. 

Ik wou eerst doorlopen, maar zag daarbinnen allerlei kaarsjes en lantaarns branden. Naast en op grafstenen - en zelfs in een klein huisje op het midden van het terrein. Een mausoleum. Ik zag de contouren van een sierlijke steen met enorm kruis erop afsteken tegen het zwakke licht van de omliggende huizen. Ik weet best dat ik, als zomaar een meisje, daar niks te zoeken heb, maar ik voelde me nieuwsgierig. Wat zou ik daar kunnen leren? Tegenkomen? Ontdekken? Mijn hart begon sneller te kloppen en voordat ik het wist, ging ik door het hek naar binnen. Eerst bleef ik wat voorzichtig op het hoofdpad; na een paar minuten liep ik op mijn gemak kris-kras door het donker, hoorde ik het grint steeds harder onder mijn voeten knarsen. 

Gefascineerd en totaal in gedachten verloren, liep ik. Na te denken, me dingen af te vragen. Mijn ogen gleden over allerlei namen; van mensen die al ruim een eeuw geleden ten ruste waren gelegd & de allerkleinsten, waarvan sommigen het maar een dag op deze aarde hebben volgehouden. Ik bedacht me net hoe apart het was dat iedereen daar, ongeacht geboortejaar, bij elkaar ligt toen ik een raar geluid hoorde. Een helder, bijna ratelend geluid. Ik draaide me in een ruk om. Nee! Was dat metaal? Een klik? Een slot?


Ik wist het al voordat ik me naar de andere kant van de begraafplaats haastte. Iemand had zojuist het hek gesloten. Dichtgedaan, zonder te vragen. Zonder even te roepen of er ook toevallig iemand was. Nee, natuurlijk, normale mensen maken ook geen avondronde. Die gaan 's middags, zoals het hoort - en hebben een geldige reden om daar te zijn, I know. Feit was nou eenmaal dat ik daar nog rondliep. Alleen. Gelukkig had ik laarzen aan met flinke hakken. Die man zou me toch heus wel horen? Ik heb gesprint met stevige stappen, geloof me, en heb zelfs nog een paar keer 'heel subtiel' gekucht. The polite "I-am-still-here-so-please-don't-lock-me-in-here-cough". Als hij niet gelijk op zijn fiets was gestapt, had hij me netjes & naïef horen zijn.

Nou, daar stond ik dan. Aan de verkeerde kant van het hek. Zonder zaklamp, en, belangrijker nog, zonder telefoon. De eerste vijf seconden was ik verbijsterd. Dit gebeurde toch zeker alleen maar in films? Het was stil op straat. Ik zag niemand lopen. Zelfs de wind was niet te merken. Ik hoorde alleen heel zachtjes in de verte wat uilen kraaien. Ik bestudeerde het hek, frunnikte wanhopig aan het ding. Helaas zat er een dikke ketting omheen. Met maar liefst twee sloten. (alsof een niet genoeg is, zeg!) Fijn dan. Dit gebeurde echt. Hier moest ik iets aan doen, en snel want het werd steeds donkerder - en kouder. Ik rammelde het ding hevig heen en weer en hoopte dat de opzichter me zou horen. Of misschien een andere voorbijganger. (Wie dan ook.) Ik riep naar aandacht. "Hallo! Meneer? Hallo, ik ben hier nog! Hallo...? Bent u daar nog?" Met elk woord werd ik moedelozer. Ik rammelde nog een tijdje door, maar snapte dat geen mens het in de gaten had. 


Ik voelde me echt een sulletje. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar ik vond het zo enorm stom van mezelf dat ik wel moest lachen. Ach, ergens was het ook nog wel amusant. Tenminste, als ik eenmaal weer thuis was en er grapjes over kon maken alsof het iemand anders was overkomen. Maar zover was het nog niet... Ik tuurde voor me uit, om me heen om een zo efficiënt mogelijke exit-route te berekenen. Na een zeer borstelige heg (die als omheining diende) tevergeefs te hebben aangevallen, besloot ik de container naast de poort te beklimmen om zo over het hek te kunnen klimmen. (in jurk, dat zou nog een schouwspel worden...) Achteraf ben ik blij dat er niemand in de buurt was; als iemand mij had zien puffen en graaien op dat ijzeren gevaarte, had ik me spontaan doodgeschaamd. 

Naast het uilengezang, klonk er plotseling een 'mèèèh' door nacht. Ik herinnerde mezelf eraan dat hiernaast een verwilderd stuk grond vol schapen en kippen aanwezig was. Misschien dat ik via die kant kon ontsnappen? Aangezien ik niet langer passief wilde staan wachten, begon ik weer te lopen - achter het geluid/het geblaat aan. Tot mijn levensgrote opluchting was de achterzijde van de begraafplaats minder sterk beveiligd; gewoon een middelhoog 'schoolhekje', waar ik me met een aanloopje prima overheen wist te tillen. Ik kwam uit op een nauw grasveldje vlak naast een sloot. (nee, dat ging goed) Na enig joggen, zag ik alweer daken boven de bomen uitsteken en hoorde ik auto's de straat inrijden. "Zie je nou wel, komt helemaal goed," verzekerde ik mezelf. Peanuts. 


Met behulp van een bizar-gevormde boomstronk, wist ik de scherpe punten bovenaan een volgend beveiligingshek te ontwijken. Mijn nieuwe (erg schattige) kerst handschoenen kregen het flink te verduren van een zeer koppige en vervelende prikstruik & mijn maillots moesten het tijdens mijn niet-zo-elegante climb towards freedom ontgelden - maar gelukkig zit de schade zo hoog dat het niet opvalt. (het lijkt nu alsof ik door een vampier in de binnenkant van mijn dij ben gebeten) Op wat bladeren in mijn haar, een raar loopje en een belachelijk gevoel, ben ik dus goed en wel thuisgekomen. Ik denk dat ik kerkhoven vooralsnog wel gezien heb...

End of story.

vrijdag 18 november 2011

De herfst houdt vast

....aan kleur!!!

De thermometer is de laatste weken nogal koppig. Warm, koud. Duistere wolken, 5 minuten later geen vuiltje aan de lucht. De onvoorspelbaarheid maakt het bijna een kunst om, zolang het 'veilig' is buiten, mooie plaatjes in de wacht weten te slepen. Ik heb die kans zeker enkele keren gegrepen - hieronder staat het resultaat. (Heb ik alvast een collectie om mijn hart bij op te halen als we straks de elektrische dekens weer van zolder kunnen halen.)









Ik voorspel een nieuwe trend; the little green dress!